tips

Wisselteeltschema

Het is voor de gezondheid van de grond in de moestuin en die van de planten die je er wilt kweken, heel belangrijk dat je van een roulatiesysteem uitgaat en van te voren al weet op welke plaats je welke gewassen wilt telen.
Zoals iedereen weet, worden niet alleen bepaalde plantengroepen steeds op een andere plek geteeld, maar wordt bij de bemesting ook rekening gehouden met de vruchtbaarheid van de grond die ze per groep vragen.
Je moet dus ook niet de hele moestuin overal even zwaar mesten. Peulvruchtgewassen brengen zelf al stikstof in de grond. Dat hoeft dan dus minder gegeven te worden voor de gewassen die je na de peulvruchten op hetzelfde stuk grond teelt.
Varieer wat je kweekt in ieder geval zo, dat blad- en stengelgewassen, knol- en wortelgewassen ieder jaar op een andere plek groeien. Meerjarige gewassen (bijvoorbeeld rabarber) kun je uiteraard wel langer op dezelfde plek laten groeien.

Het schema kan worden uitgebreid met een vak voor groenbemesters. Afhankelijk van de grondsoort en waterhuishouding kunnen onder meer de volgende groenbemesters worden gezaaid: phacelia, borage (komkommerkruid), gerst, serradella, wikken, lupine, klaver, tarwe en haver.
De hoge gewassen worden in het najaar gehakseld of fijngemaakt voordat ze worden ondergewerkt.
Op klei is het beter om in het najaar onder te werken, op lichtere grond kan dit ook in het voorjaar.

Een printversie van dit document is hier te downloaden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *